Abraham
Rademaker (geb. 1675) |
Besoyen: bij
herhaling werd Dirk (IV) van Assendelft (1498/9-1553) aangeduid als 'heer
van Besoyen'. De ambachtsheerlijkheid had vanouds aan edelen toebehoord
(sedert 1392: met 21 morgen land in leen gehouden door de heer van de
Lek). Op 1 juli 1447 droeg Willen van Besoyen haar aan de graaf van
Holland op, ten behoeve van zijn kleindochter Beatrix van Dongen (sterft
in 1492), echtgenote van Gerrit (IV) van Assendelft (sterft in 1486).
Besoyen bleef twee eeuwen in het bezit van de Van Asendelfts. In de
'Chronycke'van Van Gouthoeven wordt in 1620 medegedeeld dat het
slot toen reeds 'over lange jaren' vervallen lag. Dit beduidt dat
Abraham Rademaker (geb. 1675) vermoedelijk naar een ouder voorbeeld heeft
getekend, wat hij vaker deed.
|
Anoniem
(Josua de Grave? geb. 1640) |
Kasteel Besoijen was,
net als overige verdwenen kastelen, een van oorsprong middeleeuwse burcht.
De Heren van Besoijen hielden er verblijf. Het slot werd omgeven met hoge
dikke muren, twee enorm zware ronde hoektorens en een aanliggend robuust
rondeel. Binnen de muren bevond zich nog een groot stenen huis. In een
latere periode verscheen er naast het rondeel nog een stenen huis. Het
kasteel kwam in de eerste helft van de zeventiende eeuw in de bronnen voor
als een door brandschatting verwoest slot. Het werd nimmer opgebouwd. In
de eerste helft van de negentiende eeuw, het kasteel verkeerde toen al
ruim anderhalve eeuw in verval, was er nauwelijks nog wat van waar te
nemen. Tekening: Anoniem (Josua de Grave?), pen in zwart, grijs
gewassen 134 x 198 mm onderschrift (in bruine pen): Besoijen bij Heusden,
daaronder sporen van hetzelfde onderschrift in loodstift. Literatuur: Van
Hasselt, nr. 81. 's-Hertogenbosch, Prentenkabinet van het Provinciaal
Genootschap, inv. nr. B.50172.1(3)
Het kasteel van Besoyen
wordt in de Besoyense belastingcohieren van 1650 vermeld als een afgebrand
kasteel. Hierdoor wordt het twijfelachtig of Josua de Grave, die in 1640
werd geboren en aan wie de tekening wel werd toegeschreven, het kasteel
naar het leven zou kunnen hebben getekend. Bovendien komt de tekenstijl
niet overeen met die van De Grave. De toeschrijving aan De Grave werd door
Van Hasselt in 1965 reeds betwijfeld en v66r hem door een onbekende, die
met potlood op de keerzijde van de tekening schreef: 'Vermoedelijk is deze
18e eeuwse teekening valsch'. Van der Aa vermeldde in 1840 dat het kasteel
toen ruim anderhalve eeuw in vervallen staat verkeerde. Rond die tijd was
er weinig meer van het kasteel te zien.
Het kasteel van Besoyen
werd vermoedelijk rond 1325 gebouwd. Tijdens de zogenaamde 'Tachtigjarige
Oorlog' raakte het in verval. Ca. 1650 wordt het vermeld als een
'afgebrand kasteel'. De ruïne bleef tot omstreeks 1718 nog zichtbaar.
Omstreeks 1840 was er niet veel meer van te zien. De historische resten
van dit Waalwijkse bouwwerk bevinden zich nog in de grond nabij het St.
Nicolaasziekenhuis in de Langstraat. In 1983 werd een proefonderzoek
uitgevoerd, waarbij houtresten, een stuk muur en veertiende eeuws
aardewerk tevoorschijn kwam. De Monumentencommissie van Waalwijk is nu van
mening dat een verder onderzoek de moeite waard is. Men wil niet alleen de
contouren van het kasteel leren kennen, maar tevens de mogelijkheden
onderzoeken of het zinvol is de fundamenten op te metselen om op deze
wijze dat deel van de historie voor het nageslacht te bewaren. (bron:
NKS) |